Paula Drewes, winnaar van de Tiele-scriptieprijs 2019, vertelt in deze blog over haar onderzoek naar gevangenisbibliotheken in Nederland.

Bezuinigingen

In 2013 presenteerde de toenmalig staatssecretaris Fred Teeven een grootschalig plan om honderden miljoenen euro’s te besparen in het gevangeniswezen. Een van de manieren om dat te bereiken was het zelfredzamer krijgen van gedetineerden door ze een tablet te geven waarmee ze in hun cel zelf digitaal zaken als boodschappen en bezoek konden regelen. Al was het dan in het kader van bezuinigingen: de digitale revolutie drong eindelijk tot binnen de gevangenismuren door. Ergens in dat plan stond ook een paragraafje over de gevangenisbibliotheek. Er zouden geen nieuwe boeken meer worden aangeschaft, en per 2016 zou de fysieke bibliotheek zelfs worden opgeheven aangezien de boeken tegen die tijd digitaal beschikbaar zouden zijn op de tablet. Dat kleine paragraafje maakte veel los: er werd kritiek op gegeven in de media, er werden brandbrieven gestuurd door gevangenisbibliothecarissen en er werden kamervragen gesteld. Schrijver Özcan Akyol het besluit ‘onbeschaafd en oerdom’. Als puber zat hij zelf ooit een korte periode in detentie en dankzij de gevangenisbibliotheek leerde hij naar eigen zeggen nieuwe werelden kennen en ontdekte hij dat er andere opties in het leven zijn dan de criminaliteit.

Onderzoek naar de gevangenisbibliotheek

Al die ophef kwam ook Lisa Kuitert, hoogleraar boekwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam, ter ore. Het leek haar een interessant scriptie-onderwerp voor een van haar studenten, en toen ze dat opperde in een college van de master neerlandistiek redacteur/editor was ik meteen enthousiast. Ik was nieuwsgierig naar de rol van de bibliotheek binnen de gevangenis, vroeg me af of zware criminelen daar ‘braaf’ boekjes aan het lezen zijn. Het enige beeld dat ik ervan had, was de Amerikaanse (vrouwen)gevangenisbibliotheek uit de Netflix-serie Orange is the New Black.

Toen ik me wat meer in het onderwerp verdiepte, kwam ik erachter dat naar de Nederlandse gevangenisbibliotheek amper tot geen onderzoek gedaan was. Nu dit normaal gesproken onzichtbare instituut wat meer in de schijnwerpers stond, leek het me dan ook een mooi moment om het ook van de wetenschappelijke kant te belichten. Ik begon met het schrijven van een theoretisch kader over het wetenschappelijke onderzoek naar de effecten van lezen op volwassenen. In de discussie rondom de (digitalisering van) de gevangenisbibliotheek leken veel mensen namelijk het idee te hebben dat van lezen een heilzame werking uitgaat. Ik kwam erachter dat dat idee wetenschappelijk te onderbouwen viel: uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat lezen verbale vaardigheden als woordenschat, spelling en welbespraaktheid kan verbeteren. Daarnaast lijkt het erop dat het lezen van verhalend proza voor meer empathie zorgt bij de lezer, mits hij of zij echt in het verhaal opgaat. En veel lezers ervaren dat bepaalde boeken hulp en troost kunnen bieden, en soms zelfs levensveranderend kunnen zijn.

Nu het idee dat lezen ‘goed’ voor je is een stuk concreter was geworden, was het tijd om de Nederlandse gevangenisbibliotheek in internationaal perspectief zetten. Wereldwijd bleken er hetzelfde soort problemen te spelen binnen gevangenissen: de meestal mannelijke gedetineerden zijn, vergeleken met de buitenwereld relatief laaggeletterd, laagopgeleid en vaak werkloos, en men heeft relatief vaak psychische problemen en verslavingen. Recidive, het na de gevangenis te hebben verlaten opnieuw veroordeeld worden voor een misdaad, is overal een groot probleem. Maar zowel in Europa, Noord-Amerika als Japan lijkt te worden geloofd dat lezen een speciale betekenis heeft en dat de gevangenisbibliotheek bij kan dragen aan het voorkomen van het terugvallen van gedetineerden.

Netflix-serie Orange is the New Black

De gevangenisbibliotheek in de Netflix-serie Orange is the New Black

Geschiedenis

Een uitgebreide geschiedenis van de Nederlandse gevangenisbibliotheek ontbrak in de bestaande wetenschappelijke literatuur. Tijd dus om kranten- tijdschrift- en gelegenheidsartikelen, beleidsdocumenten en ooggetuigenverslagen bij elkaar te sprokkelen. Zo maakte ik kennis met de begeesterde gevangenisonderwijzer Janssen Schollmann, die in 1910 de volgende optimistische woorden neerpende: ‘Wie in de maatschappij nooit een boek ter hand nam, wordt menigmaal een vurig lezer in de gevangenis. Hij heeft een nieuwe, hem onbekende wereld ontdekt: de boekenwereld, en misschien, ja hoogstwaarschijnlijk zal hij, tot schade van de kroeg, zijn ontdekkingstocht voortzetten, als hij teruggekeerde is in de maatschappij!’

Een paar honderd jaar daarvoor was het meestal onmogelijk voor misdadigers om een ‘vurig lezer’ te worden in de gevangenis, simpelweg doordat ze niet werden opgesloten. In plaats daarvan werden ze verbannen of ondergingen ze lijfstraffen (als ze echt pech hadden konden ze zelfs gevierendeeld of geradbraakt worden). En, niet onbelangrijk: ze konden überhaupt vaak niet lezen. Door de opkomst van de gevangenisstraf, de groeiende betrokkenheid bij het lot van gevangenen, en de spectaculaire groei van boeken en geletterden ontstond er een gunstig klimaat voor de gevangenisbibliotheek vanaf de 19e eeuw. In 1841 begon de staat zich te bemoeien met de ‘lektuur der gevangenen’. Naast de christelijke, moraliserende lectuur die ze van liefdadigheidsinstellingen kregen wilden gevangenen namelijk ook wel eens iets anders lezen, en dus ontstonden via bewakers illegale bibliotheken. Om de controle niet te verliezen werd in 1841 de aanwezigheid van een bibliotheek in elke Nederlandse gevangenis wettelijk verplicht.

Daarna ontwikkelde de bibliotheek zich van een stapeltje educatieve boeken dat de gevangenisonderwijzer langs de cellen bracht, tot een plek waar gedetineerden de Panorama, de Autoweek en het altijd populaire Cipier, mag ik een pistool van u (85 waargebeurde misdaadverhalen van Peter R. de Vries) konden lezen. De jaren 90 lijken achteraf gezien het hoogtepunt van de Nederlandse gevangenisbibliotheek te zijn geweest qua budget, mankracht en collectie. Daarna kreeg het Nederlandse gevangeniswezen te maken met decentralisering en bezuinigingen, en vanaf de jaren 10 werd het al helemaal lastig, want waarom zou er budget nodig zijn om fysieke boeken aan te schaffen als de bieb toch gedigitaliseerd wordt?

Leesontwikkeling

Dat laatste weet ik doordat ik een aantal gevangenisbibliothecarissen gesproken heb voor mijn scriptie. Allemaal waren zij van mening dat de bibliotheek helpt om een gedetineerde in elk geval niet slechter de gevangenis te laten verlaten dan hoe hij erin kwam. ‘Als je niks met ze doet, dan ben je er helemaal zeker van dat je monsters kweekt,’ is de tendens. Maar daarnaast zijn de bibliothecarissen er ook van overtuigd dat gedetineerden niet dubbel gestraft hoeven te worden. Hun vrijheid is afgenomen, en dat is de straf. Of ze nu beter uit de gevangenis komen dankzij de bibliotheek of niet: eenmaal achter slot en grendel is het aan de bibliothecaris om de gedetineerden hun tijd zo goed mogelijk door te laten komen.

Met die instelling proberen de bibliothecarissen de gedetineerden – die bijna allemaal gebruik maken van hun bibliotheekuurtje – zoveel mogelijk te prikkelen en zo goed mogelijk te begeleiden in hun (lees)ontwikkeling. Want de meeste gedetineerden zijn buiten de muren helemaal geen fervente lezers. En dus wordt de bibliotheekruimte zo prikkelend en aansprekend mogelijk ingericht. Ik ben zelf ook binnen geweest bij een aantal gevangenisbibliotheken, en op één locatie lagen bijvoorbeeld geplastificeerde boekenleggers met spreuken of tips erop:

Boekenleggers met tips

Boekenleggers in de gevangenisbibliotheek

Het geeft aan in hoeverre zo’n bibliotheekruimte om meer draait dan alleen het ophalen van een stapeltje boeken om in de cel te gaan lezen. Ik merkte dat toen ik de bibliotheken inliep, het als een soort ontsnapping voelde. Er hangt een heel andere sfeer dan in de rest van de gevangenis. De bibliotheekruimte is een plek voor reflectie en discussie, onderling, maar ook met de bibliothecaris die zonder ‘macht van de sleutel’ vaak vertrouwelijke gesprekken met de gedetineerden voert. Bewaarders merken dat het ‘op de afdeling’ (het cellenblok waar gedetineerden normaal gesproken verblijven) onrustiger wordt als het wekelijkse bibliotheekuur onverhoopt niet door kan gaan.

Heel kort samengevat is de conclusie van mijn scriptie dan ook dat de functie van de gevangenisbibliotheek zowel informatief, educatief, recreatief als sociaal is. En door de manier waarop e-readers op dit moment werken zou het gebruik ervan binnen de gevangenis een stap terug in de tijd betekenen: terug naar de leeslijsten die de gevangenisonderwijzer vroeger aan de gevangenen uitdeelde.

Benieuwd naar de hele scriptie? Deze wordt binnenkort als boek uitgegeven door uitgeverij Armorica: https://armorica.eu/paula-drewes/  Mail p.j.drewes@gmail.com voor meer informatie of om een exemplaar te reserveren.