Op vrijdag 12 april gingen de bezoekers van de Tiele-dag op zoek naar verborgen schatten in de boekenwereld. En wat bleek? Er zijn nog talloze schatten te ontdekken…

Voorzitter Hanca Leppink opende de dag en kondigde de vijf sprekers aan. Andrea van Leerdam, promovenda aan de Universiteit Utrecht en bestuurslid van de Nederlandse Boekhistorische Vereniging, trapte af met een lezing over het hergebruik van houtsneden in de zestiende eeuw. De op het eerste gezicht triviale houtsneden waren een schat voor drukkers: door hergebruik bespaarde men op de kosten. Tegenwoordig vormen de houtsneden uit ‘de voorraadbak’ een schat voor onderzoekers. Niet alleen werpen ze licht op de werkwijzen van vroege drukkers, ze kunnen ons ook wat vertellen over de vroegmoderne leescultuur.

Emeritus hoogleraar Ferenc Postma zoekt al ruim dertig jaar naar verborgen schatten in het oude koninkrijk Hongarije (tegenwoordig grofweg Hongarije, Roemenië, Polen, Slowakije, Transsylvanië). In de vroegmoderne tijd studeerden honderden protestantse Hongaarse studenten aan universiteiten in de Noordelijke Nederlanden, met name in Franeker. Deze studenten bezaten geschriften en boeken, die zij na hun afstuderen mee terug namen naar hun thuisland. Daar kwamen de boeken in archieven en bibliotheken terecht. Het gaat veelal om unieke exemplaren die nog niet zijn opgenomen in de STCN: echte verborgen schatten dus!

Hoogleraar Lisa Kuitert van de opleiding Boekgeschiedenis aan de UvA begon ruim tien jaar geleden aan haar onderzoek naar uitgeverijen en boekhandels in Nederlands Indië. Ze sprak over het ontstaan van een boekenmarkt op Nederlands Indië, die in de 19e eeuw van niets uitgroeide tot een markt met honderden bedrijfjes. Boeken en kranten werden niet alleen gedrukt voor de Europeanen op Nederlands Indië, maar ook voor de andere inwoners en daarbij in de verschillende talen die de kolonie rijk was. Dit deel van de negentiende-eeuwse boekenmarkt is nog onderbelicht, maar bevat een ware schat aan informatie.

Na de pauze sprak uitgeefster Katrien De Vreese over de verborgen schatten in uitgeverijen. Ze legde nadruk op het belang van uitgeversarchieven voor toekomstige onderzoekers: nog te ontdekken schatten die soms in gevaar lopen door het beleid van de uitgeverijen, dat niet direct is gericht op de verre toekomst, maar op het hier en nu. Daardoor dreigen veel belangrijke archiefstukken, zoals correspondentie tussen uitgever en auteur, te verdwijnen. Katrien pleit daarom voor een goed archiveringsbeleid in de uitgeverswereld, om de verborgen schatten te bewaren voor toekomstige generaties onderzoekers.

Digitaal conservator Kees Teszelszky sloot de lezingenmiddag af met een schatgraaftocht in de bibliotheek. Aan de hand van een aantal voorbeelden liet hij zien hoe digitale databases, zoals Delpher, schatten letterlijk en figuurlijk kunnen blootleggen. Aan de hand van krantenartikelen is bijvoorbeeld duidelijk te reconstrueren hoe de vondst van enkele gouden munten in Lienden de opmaat was van de detectorvondst van een grote muntschat op dezelfde plek.

Het middagprogramma werd afgesloten met de bekendmaking van de winnaar van de Tiele-scriptieprijs 2018. Daarmee kwam de Tiele-dag 2019 ten einde. We bedanken alle sprekers voor hun inspirerende lezingen. Tot de volgende Tiele-activiteit!