Ook dit jaar kent de Tiele-Stichting weer drie fellowships toe: aan Thirza Blekendaal (Universiteit van Amsterdam), Jeonghun Choi (Harvard University) en Renske Hoff (Universiteit Utrecht). Zij worden in 2023 gedurende twee maanden financieel en wetenschappelijk ondersteund door de Stichting. Maak kennis met de fellows en hun onderzoeksplannen:
Thirza Blekendaal
Thirza Blekendaal (1979) is neerlandica en boekwetenschapper met een grote fascinatie voor de 19e en 20e eeuw; een tijd waarin uitvindingen, vernieuwingen, sociale veranderingen en oorlogen weerspiegeld worden in een schat aan literatuur. Thirza onderzoekt momenteel het leven en netwerk van uitgeefster Mea Verwey. Een voorstudie van dit onderzoek, waarmee zij de Scriptieprijs van de Tiele-Stichting heeft gewonnen, is in het najaar van 2022 gepubliceerd: Mea Libertas. Over de vrijheid van een vrouwelijke uitgever.
Het boekhistorisch onderzoek dat Thirza wil uitvoeren in 2023, betreft een onderzoek naar de rol van gender in de uitgeverswereld in het tweede en derde kwart van de twintigste eeuw. Centraal in het onderzoek staat de relatie tussen een vrouwelijke uitgever en haar mannelijke vakgenoten.
Aan de hand van archiefmateriaal van uitgeefster Mea Verwey van Uitgeverij C.A. Mees, zal het project een inhoudelijke bijdrage leveren aan de bestaande onderzoeken over werkende vrouwen en de maatschappelijke context van die tijd. De correspondentie tussen Mea Verwey en een aantal van haar belangrijkste contacten uit de uitgeverswereld zal geanalyseerd worden met het accent op het genderverschil. Hoe verhield Mea Verwey zich ten opzichte van haar mannelijke concurrenten en vakgenoten en zijn er in de brieven inhoudelijk impliciete of expliciete aanwijzingen dat haar vrouw-zijn van belang was in dat contact? De onderzoeksvraag die centraal zal staan is: Welke rol speelt het genderaspect in het contact tussen uitgevers in het literaire veld van 1930-1968?
Jeonghun Choi
Jeonghun Choi is a PhD student from the Department of East Asian Languages and Civilizations, Harvard University. His research themes center around intellectual history and book history of Japan and Korea in the nineteenth and twentieth centuries. Particularly, he studies how popular writers and commercial publishing houses in Japan duplicated and domesticated historical knowledge that circulated within the Chinese and Euro-American literary spheres and how this process shaped a certain type of historical understanding within the East Asian discursive field. His further interests include history of reading and the modern Korean appropriation of Japanese knowledge. He received his MA in Regional Studies-East Asia from Harvard University. Before coming to Harvard, he received his bachelor’s degrees in Western History and International Relations and master’s degree in International Relations from Seoul National University.
For his dissertation project, Jeonghun Choi studies how the publishing industry of modern Japan formed a certain type of knowledge and ignorance on world history. He explores how erudite scholars and “middlebrow” compilers disseminated and localized such knowledge that they learned from Chinese, Dutch, British, American, and German sources. This year, his project seeks to examine the ways in which Dutch writers of the nineteenth century narrated the post-Napoleonic European history and how their readers in Japan digested the texts, mostly by copying, translating, and citing them in Tokugawa Japan and Meiji Japan. His research views the regions like Amsterdam, Leiden, Edo, and Tsuyama as the focal points through which to illuminate the process of globalizing knowledge in the nineteenth century. He seeks to discuss what kind of historical view on the West resulted from early modern Japan’s heavy reliance on Dutch historians at the cost of other European sources and what kind of historical ignorance emerged after modern Japan’s later abandonment of the Dutch Studies after the Meiji Revolution.
Renske Hoff
Dr. Renske Hoff is werkzaam bij de afdeling Middelnederlandse Letterkunde van de Universiteit Utrecht. Ze promoveerde aan de Rijksuniversiteit Groningen en de KU Leuven op de gebruikspraktijk van zestiende-eeuwse Nederlandstalige Bijbels. In dit onderzoek betrok ze tekstuele, paratekstuele, visuele en materiële eigenschappen van deze boeken en het boekgebruik. In haar huidige onderzoek verdiept ze zich in de gebruikers en het gebruik van handgeschreven en gedrukte psalmboeken aan het eind van de vijftiende en het begin van de zestiende eeuw. Ze publiceerde over haar onderzoek in nationale en internationale tijdschriften en is betrokken bij wetenschapscommunicatieprojecten.
Tussen 1480 en 1510 verschenen in de Lage Landen tenminste negen Middelnederlandse en vijfentwintig Latijnse edities van de psalmen. De psalmen waren alomtegenwoordig: ze werden gezongen in de liturgie, ingezet in leesonderwijs en gebruikt in persoonlijk gebed. In eerder onderzoek zijn de Latijnse psalmen met name verbonden aan een publiek-liturgische, door mannen georganiseerde gebruikscontext en de Middelnederlandse aan een privaat-devotionele context, met name binnen vrouwenkloosters. Dit project onderzoekt deze dichotomie. In hoeverre hadden de drukkers van Latijnse en Middelnederlandse psalters een verschillend leespubliek en een verschillende gebruikscontext op het oog? Was er sprake van strikte grenzen tussen deze contexten of juist van een diffuse, taaloverstijgende religieuze lees- en zingcultuur van de psalmen? De materiële, paratekstuele en lay-outgerelateerde eigenschappen van de vroege drukken kunnen inzicht bieden in de verwachtingen van drukkers-uitgevers over door wie en hoe de psalters gelezen zouden worden. Daartoe worden in dit project bijvoorbeeld het formaat van de uitgave, de opmaak van de pagina’s, het gebruik van afbeeldingen en decoratie, en de aanwezigheid en inhoud van paratekstuele elementen (zoals titelpagina’s, prologen, opschriften en muzieknotatie) onderzocht.
Op de hoogte blijven?
Tijdens de eerstvolgende Tiele-dag op vrijdag 21 april lichten de fellows hun onderzoeksplannen toe. Houd voor meer informatie hierover de website van de Tiele-Stichting in de gaten of volg de Tiele-Stichting op Facebook en LinkedIn.
Over het Tiele-fellowshipprogramma
Het fellowshipprogramma is ontwikkeld om de wetenschappelijke studie van het boek in heden en verleden te bevorderen en staat open voor iedereen met aantoonbare wetenschappelijke capaciteiten. De fellows ontvangen een stipendium van € 1.500,- per maand gedurende de twee maanden waarin ze hun onderzoek uitvoeren. De fellows kunnen, afhankelijk van de aard van het onderzoek, en in overleg, een werkplek krijgen bij een van de instellingen die verbonden zijn aan de Tiele-Stichting. Een wetenschappelijk adviseur, eveneens uit het netwerk van de Tiele-Stichting, begeleidt het project.